André Meganck: “Merckx is de grootste”

André Meganck (66) is de VRT-medewerker die sinds 1976 onafgebroken met de VRT-ploeg naar de Ronde van Frankrijk trekt. André is de onmisbare kracht in het team: hij rijdt met de wagen, boekt de hotelkamers, regelt interviews met renners en sportbestuurders. Hij gaf razendsnel extra info aan de grote namen uit de wielerjournalistiek: Fred De B ruyne, Mark Vanlombeek en Louis De Pelsmaecker, Mark Uytterhoeven, Wouter Vandenhaute, Mark Stassijns, Renaat Schotte en Michel Wuyts. Velen kennen de naam van André Meganck maar zagen hem nooit op TV. André werkt immers grotendeels achter de schermen. Als schrijvend journalist werkt hij mee aan het blad Primo, over wielrennen natuurlijk want daar weet André alles van. Wij spraken met hem in het bekende restaurant Mie Katoen.

Hoe is dat allemaal begonnen?

In 1975 deed ik mijn eerste wedstrijd: het WK in Yvoir. De Vlaeminck was kopman van de Belgische ploeg maar de Belgen kwamen niet overeen. De Vlaeminck had zoiets gezegd als: “We zijn niet met 10 maar met 9,5” waarmee hij een toespeling maakte op de kleine gestalte van Van Impe. Die wou daarna in de wedstrijd het gat niet toerijden voor De Vlaeminck die tweede werd. In het begin was ik er eigenlijk met een technische opdracht maar Fred De Bruyne vroeg mij als zijn assistent. Van hem heb ik heel veel geleerd, hij introduceerde me bij alle grote renners en ploegleiders.

En hoe ging dat verder?

Ik werd de chauffeur van Fred in het peloton. De Bruyne was zeer stipt en correct. Ik heb twee jaar gewerkt met Fred. Toen hij weg ging werd ik de assistent van het duo Vanlombeek-De Pelsmaecker dat Fred opvolgde. Ik had toen al zeer goede relaties met de sportdirecteurs en kon hen zo overal als opvolgers van Fred voorstellen. Ik zit altijd naast de reporters. In mijn GSM zitten zo’n 1.000 telefoonnummers van renners en mensen uit het wielermilieu. Officieel ben ik productie-assistent.

En vandaag?

Ik ben nu twee jaar met pensioen. Ik was 39 keer in de Tour, 25 keer in de Giro, 13 keer in de Vuelta. Ik heb 39 jaar alle klassiekers en het veldrijden gevolgd. Ik was ook zes keer op de Olympische Spelen. Ik was tot 230 dagen per jaar in de koers. Dat was in 2004, het jaar dat Sporza van start ging. De VRT wou een avondprogramma over de Tour. Dat werd Vive Le Vélo met Karl Vannieuwkerke en Lieven Van Gils. Ik zocht alle hotels uit voor de hele VRT-crew (tot 65 man).

Hoe kijk je op het wielerseizoen dat nu bijna voorbij is?

Vele zware valpartijen hebben o.m. de Tour maar ook andere wedstrijden ontsierd. De fietsen worden altijd maar lichter en daarmee verliezen de renners aan stabiliteit. Maar ook het respect voor mekaar (mekaar verwittigen voor putten, bulten en obstakels) is niet meer wat het vroeger was. Er is geen echte patron meer in de koers.

En de prestaties van de Belgen?

Van Avermaet was de regelmatigste. Hij heeft lang moeten wachten op een overwinning en verdient het om ook eens als kopman uitgespeeld te worden, op het WK bijvoorbeeld. Hij klom heel goed in de rit naar Luchon maar hij kan niet dalen zoals een Nibali. Het seizoen van Jurgen Van den Broeck was een ramp. Daar hebben zijn entourage en eigenlijk hijzelf ook schuld aan: de lat wordt gewoon té hoog gelegd, de verwachtingen zijn té gespannen. Dan gaat hij nerveus fietsen en loopt het al te vaak mis.

Wat denk je van de hartproblemen van Niels Albert?

Je hoort meer en meer over hartproblemen in het peloton. Dat heeft er zeker ook mee te maken dat de geneeskunde veel korter op de bal speelt en zo sneller hartproblemen detecteert . Maar de wielrenners beginnen er ook allemaal heel jong aan. Het is moeilijk om één oorzaak aan te duiden.

Een onvermijdelijke vraag: en doping?

Doping kan je nooit uitsluiten. Dat vond ook Peter Post. Lance Armstrong gaf zijn gebruik toe maar werd nooit gepakt. Een interessante theorie is dat Armstrong als kankerpatiënt mogelijk toegang had tot nieuwe medicijnen van de farmaceutische industrie in de buurt van Austin. Zo kon hij de dopingjagers een stapje voorblijven.

Men spreekt zo vaak over de Flandriens, wie was de grootste Flandrien volgens jou?

Briek Schotte, hij was een groot wielrenner maar ook een man met heroïsche verhalen. Hij deed af en toe ook eens een straffe uitspraak. Die mannen reden toen natuurlijk op een heel andere manier en met ander materiaal. Als prijs kregen ze bijvoorbeeld als eens een flinke moot beenhesp. Dat zou nu niet meer waar zijn.

Wie zijn de grootste renners aller tijden?

Merckx is de grootste. Hij was de meest complete renner van zijn generatie, met een sterk karakter. Toen kwamen de renners uit een handvol Europese landen. Vandaag is dat allemaal veel internationaler. Je kan moeilijk vergelijken maar Merckx blijft in mijn hoogste de grootste. Na hem komen mannen als Hinault, Coppi, Bartali …

Staan er opvolgers klaar?

Er staan goede jonge renners aan de startlijn. De neoprofs Vervaeke en Stuyven bijvoorbeeld. Maar de grootste belofte momenteel lijkt Tim Wellens. Hij is drieëntwintig en kan een stukje klimmen. Zijn prestaties in de Giro en vooral in de Enecotour zijn veelbelovend.

Wat denk je van het trieste lot van Igor Decraene?

Zo spijtig. Igor was een hele brave jongen. Hij was een week op stage geweest, was helemaal afgetraind voor het WK. Volgens het gerecht zou hij teveel gedronken hebben. Waarschijnlijk had zijn lichaam te weinig weerstand tegen de alcohol.

Wat maakt de Tour zo speciaal dat er miljoenen mensen kijken?

Het is volop zomer. Mensen gaan graag naar Frankrijk op reis. Veel Vlamingen hebben via de Tour het land leren kennen. De organisatoren van de Tour spelen daar ook graag op in. De kastelen en monumenten worden in beeld gebracht en de journalisten krijgen bij het vertrek van de Tour een heel boek met foto’s en informatie. Twee mensen werken daar een heel jaar aan.

Wat is voor jou hét wielermoment?

Zuiver sportief: de thriller met Lemond en Fignon waarbij Fignon de Ronde in 1989 verloor met acht seconden. Persoonlijk: de touroverwinning van mijn gebuur Lucien Van Impe in 1976.

Het jaar daarna werd Van Impe omvergereden toen hij aan de leiding fietste.

Ik denk dat de chauffeur van de commentator van de Franse TV hem op weg naar Alpe d’Huez omvergereden heeft. Of dit met opzet gebeurde, is moeilijk uit te maken. Lucien denkt van wel. Vreemd is dat er geen beelden van de crash zelf uitgezonden zijn.

Wie wint het WK?

Ik denk Valverde. Het is in eigen land en hij staat scherp. Ook Nibali gaat zijn kans, hij heeft alvast een rustperiode ingebouwd. Ik acht ook Cancellara niet kansloos. Tom Boonen? Er liggen twee serieuze bergen in. Bij de laatste berg is de afdaling erg technisch, meer iets voor Nibali dan voor Boonen. Dat denkt toch de Italiaanse coach Cassani.

Een uitsmijter?

Twee als je wilt. Rik De Saedeleer was naast voetbalverslaggever ook regisseur bij wielerwedstrijden. Hij zei ooit eens: Het verschil tussen een voetballer en een wielrenner is dat een voetballer als hij valt, zo lang mogelijk blijft liggen terwijl een wielrenner zo snel mogelijk weer recht staat. En nog eentje: in een aflevering van de Giro stond mijn wagen ooit onder het raam van de hotelkamer van Eddy Merckx. Midden in de nacht ging het alarm af en werd Eddy uit zijn slaap gehaald. Zijn sportbestuurder Lelangue kon me toen wel levend villen.

Topartikels bij Goeiedag.be